Jeroen Brouwers

Toon alleen recensies op Leestafel van Jeroen Brouwers in de categorie:
Jeroen Brouwers op internet:
 

Gezichten Gestalten Gezichten Gestalten


In dit boek portreteert Jeroen Brouwers diverse schrijvers die hij bijna allemaal persoonlijk gekend heeft. Het boek begint met uitgever Geert van Oorschot, een markant man. Volgens Brouwers bestond hij uit een glas-in-lood-raam van persoonlijkheden. Al die pesroonlijkheden waren 'echt', maar zaten elkaar in de weg.

"Toen ik hoorde dat hij dood was, had ik het gevoel of ik bijna twintig jaar lang niet Geert van Oorschot had gekend, maar een heel gezelschap Geert van Oorschotten, van wie er één dood was: - degene die mij het minst interesseerde. Mijn herinneringen aan hem vormden méér Geert van Oorschot dan het lichaam dat in Baambrugge dood in zijn bed was aangetroffen."


De verhalen over Van Oorschot zijn vol humor en rauw anekdotisch. Van Oorschot belde regelmatig maar was altijd kort van stof.

Belde hij op. Vroeg; 'Hoe is het met je?'
Ik: 'Och Geert.'
Hij: 'Ja daar weet ik alles van.'
Einde gesprek.


Samen konden ze flinke hoeveelheden alcohol wegwerken maar toch schreef Van Oorschot dan dat hij bezorgd was om Brouwers. "Overmatige alcohol lost niets op, maar verergert de boel, hij kende dit uit eigen bittere ervaring, en alleen blijf je tòch."
Ze hielden er een levendige correspondentie op na, tenzij ze weer eens ruzie hadden wat ook regelmatig voorkwam. Dan sprak Van Oorschot hem aan met U. Van Oorschot schreef op alles wat voor hem lag. Alle papier was goed. Soms zelfs dwars over een gedrukte tekst heen.
Alles bij elkaar een zeer aangenaam hoofdstuk dat een goed beeld geeft van de man Geert van Oorschot.

Dan volgt het pleidooi over het werk van schrijver Cyriel Buysse (1859 - 1932). Brouwers heeft de man nooit persoonlijk gekend maar windt zich op over de onbekendheid van deze uitmuntende schrijver. Op de begrafenis van Buysse was het enorm druk, er stonden drommen mensen langs de route waar de lijkwagen langs kwam, maar...

"Na de begrafenis bleek ook de roem van Cyriel Buysse snel te zijn vervaagd. Heden, bijna een halve eeuw na zijn dood. is Cyriel Buysse in Nederland een volstrekt onbekende, - en pleegt men in Vlaanderen om de zoveel jaar opnieuwe te proberen de vergane glorie van de auteur en de gloed terug te geven die er ooit van hebben afgestraald. ook in zijn geboorteland lijkt hij definitief te zijn bijgezet in het columbarium van het grote vergeten."


Brouwers schimpt ook op de pers die bij het uitkomen van het Verzameld Werk van Buysse vergeleek met 'een schoktherapie' waarmee werd geprobeerd om de dode, onbekende, onbeminde, vergeten Buysse weer tot leven te wekken, en hetzelfde blad schreef ook: Tegen dit kunstmatig rekken van literair leven sluimeren [vele]  motieven voor een protest [...]
Brouwers reageert hierop door te schrijven:

"Hoe bekakt zijn uitspraken als deze in het muffe tijdvak van Zeventig, waarin [...] de onverteerbare nagelaten keutels van Willem Elsschot worden gepresenteerd als rozijnen; waarin alles van Lodewijk van Deyssel voor een niet zelden met feestgeduis gepaard gaande herdruk in aanmerking blijkt te komen, al is het soms heus zelfs het besnuffelen niet meer waard wat de grote Van Deyssel zoal heeft afgescheiden. [...]"


Buysse lag overhoop met de Vlaamse literatuur die hij omschreef als 'een der achterlijkste literaturen van het einde dezer negentiende eeuw; [...] zóó leeg van leven en ideeën, dat zelfs de mindere man, dien zij heeten te ontwikkelen en te beschaven, er zich met minachting van afkeert...'
Buysse beschrijft het Vlaamse volk zoals zij was. Hij haalt de hoge heren onderuit maar ook het gewone volk. Vlaanderen pikte het niet dat Buysse de wintermaanden Den Haag verbleef, om in de lente naar Vlaanderen te komen om te schrijven, dat kon hij alleen in Vlaanderen. Maar ook in nederland werd hij niet volledig geaccepteerd, toch was het een erg innemende hartelijke man die schimpend maar ook vol mededogen over de Vlaamse boeren kon schrijven. Ook door collega's werd hij zeer bewonderd, Lodewijk van Deyssel was een groot bewonderaar. Richard Minne noemt Buysse 'de boekhouder der menselijke passies'.
Zelf zei Buysse

'Een bedoeling heb ik met mijn werken nooit gehad. Ik geloof werkelijk, dat er bij mij heel weinig achter zit. U moet mijn werk nemen zoals het is, zonder bijbedoeling.  Wel getrokken uit dingen die om mij heen gebeurd zijn - ik zit hier midden in mijn onderwerpen - maar zonder de bedoeling om met het schrijven iets te bereiken.'


Door het gloedvolle schrijven van Brouwers over Buysse wil je graag iets van deze man gaan lezen, dus wie weet wat dit boek voor verdere gevolgen heeft.

En dan volgen portretten over diverse andere schrijvers zoals Richard Minne, Louis Paul Boon, het korte hoofdstuk over Jef Geeraerts waarin enkele anekdotes uit de jaren zestig van de vorige eeuw staan toen Brouwers nog bevriend was met Geeraerts. Brouwers schrijft over Herman Teirlinck,  zichzelf, Raymond Brulez (die hij één keer ontmoet heeft) en vele andere schrijvers waarvan ik eerlijk moet bekennen dat ik de meeste alleen van naam ken. Dit mede doordat Vlaamse schrijvers niet veel bekendheid genieten in Nederland op Marnix Gijsen, Louis Paul Boon en eventueel Hughues C. Pernath na. Over deze laatste heeft Brouwers zeer amusante verhalen over de diverse wandelstokken van de man aangehaald. Van Jan Emiel Daele had ik nog nooit gehoord. (Jeroen Brouwers blijkt ook over hem geschreven te hebben in  ‘De laatste deur’)
Het stemt een beetje triest. Al deze mannen die ooit bekendheid genoten. Je krijgt het gevoel dat Brouwers de laatste der Mohikanen is. Hij kende veel van deze schrijvers. Je leest over mensen waarvan je gehoord hebt en meestal het werk niet kent en dat maakt het soms lastig lezen. Je  hebt er geen 'beeld' bij. Gelukkig kan Brouwers  boeiend vertellen zodat het toch prettig leesbaar blijft. Het boek is een feite een monument voor de markante schrijvers, voornamelijk Vlaams en levend in de vorige eeuw, die in dit boek voorkomen.  Het is te hopen dat dit boek door veel lezers opgemerkt en gewaardeerd wordt.


ISBN 9789045017358 | Paperback | 299 pagina's | Uitgeverij Atlas | januari 2011

© Dettie, 06 maart 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer: